De nieuwe van Maurits de Bruijn laat zien hoe dun de grens tussen queer en hetero eigenlijk is

Interview door Lisa Prinsen

Op 26 april verschijnt Man maakt stuk, de nieuwe roman van Maurits de Bruijn. In de stilte voor de storm – net voor de verschijning – spraken wij hem over dit verhaal. Het is een boek waarin veel thema’s voor hem samenkomen. Een verhaal over kunst, over mannelijkheid en man zijn, over begrensd worden en het verschuiven van die grenzen.

Tags

De nieuwe van Interview
Foto: Joris Casaer

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer
Waarom dit boek en waarom nu?

Er zijn verschillende elementen uit mijn leven samengekomen in dit boek. Allereerst is dat mijn eigen jeugd, over opgroeien als jongen en niet echt passen in de norm die jongens wordt opgelegd. Ik kreeg hierdoor al heel vroeg een soort outsiderspositie toebedeeld, wat mij door zowel jongens als meisjes, door zowel kinderen als volwassenen duidelijk werd gemaakt. Dit heeft ervoor gezorgd dat mannelijkheid – wat dat is, waar dat door begrensd wordt en wie daar de gatekeepers van zijn – een thema is dat ik al heel lang met me meedraag. Het tweede element is de kunstwereld waar ik tijdens mijn studie mee in aanraking kwam, een wereld die voor mij als twintigjarige kunststudent voelde alsof ik naar een ander land verhuisde. Ook dat zit in het boek. Tot slot is er de groep die dit verhaal doet beginnen. In dit verhaal over David is er een groep hangjongeren die elke avond onder zijn raam staan. Het is iets ogenschijnlijks klein dat in dit verhaal grote gevolgen heeft. Zo’n groep mannen heb ik zelf ook voor mijn deur gehad. Het zorgde bij mij en mijn veelal queer vrienden voor veel speculatie: het lijkt misschien klein, het zijn gewoon mensen die zich groeperen op een plek, maar uiteindelijk ging het voor ons al snel over heteroseksualiteit, hoe dat wordt uitgedragen en hoe dat ook bedreigend kan voelen voor queer mensen. Daar wilde ik het plot laten beginnen, om dan te kijken waar het zou eindigen.

En waarom koos je voor een romanvorm?

Ik probeer, voor zover dat mogelijk is binnen de eigen grenzen van mijn makerschap, toch uitersten op te zoeken. Binnen mijn ‘schrijfgereedschap’ staat dit boek heel ver af van mijn vorige werk, en juist daar keek ik naar uit. Ook mijn holocaust ging over mij en mijn familie. Dat boek werd dus begrensd door mijn eigen autobiografie, door mijn leven en dat van mijn moeder. Het ging zelfs over hoe je leven wordt begrensd door het leven van je ouders, grootouders of nog verder terug. Ik keek er nu juist heel erg naar uit om de bron helemaal los te laten en te spelen met een plot. Ik was bovendien heel nieuwsgierig wat er zou gebeuren als ik een verhaal zou schrijven waarin homoseksualiteit een grote rol zou spelen, maar het niet hoofdzakelijk over liefde of een coming-out gaat. Dit boek is voor mij queerness en homoseksualiteit in een wijk, in een straat, in een huis en dat had ik zelf zo nog niet zo gelezen in andere fictie.

In dit verhaal richt David, de verteller, zich aan iemand, aan Tom. Wat was het belang van deze briefvorm?

Mijn vriendin Hanna Bervoets kwam vrij vroeg al met de suggestie om het aan iemand te richten en die briefvorm heeft me enorm geholpen tijdens het schrijven. Door deze vorm moet David zich – vooral in zijn queerness – continu verhouden tot een heteroseksuele man, Tom. Dat is voor mij precies zoals je je als queer persoon altijd moet verhouden tot een meerderheid of norm. Door die briefvorm zit die onontkoombaarheid van de Ander en de blik van buitenaf door het hele boek verweven. Ik wilde hiermee laten zien hoe we nog steeds heel veel waarde hechten aan seksualiteit en hoe verstikkend dat kan zijn. Daarmee is dit boek voor mij ook een soort vergelding, door David aan het woord te laten.

Dit boek gaat veel over stereotypes: stereotypes over kunst, over jonge mensen in de stad, over homoseksualiteit, over heteroseksualiteit, over seks, over mannelijkheid.

Er zitten zeker stereotypen in het boek die bijvoorbeeld samenhangen met gentrificatie. Ik beschrijf niet zozeer de havermelkelite maar de jonge gezinnen in Davids wijk zijn daar zeker aan verwant. David is hierin voor mij een soort verdedigingsmechanisme: hij legt de kaders die hem zo knellen op aan zijn buitenwereld. Dat maakt zijn blik inderdaad stereotyperend, je zou kunnen zeggen dat hij geobsedeerd is door identiteit, maar dat is onze wereld ook, denk ik. Hij heeft daar last van, zoals minderheden daar vooral last van hebben en probeert die blik terug te werpen op heteroseksuele cismensen.

Wie hoop je dat het boek in het bijzonder bereikt?

Ik had tijdens het schrijven niet echt een publiek in gedachten. Ik hoop natuurlijk dat het boek haar queer lezers vindt, ook omdat er veel referenties in zitten die voor hen herkenbaar en leuk zijn. Maar belangrijker vind ik eigenlijk dat heteromensen het uiteindelijk lezen, omdat ik denk dat er kritiek in zit die voor hen misschien nog onbekend is. Een boek waarin zij een keer het subject zijn. Het is weliswaar een queer boek over queer mensen, maar het gaat ook heel erg over wie dat niet zijn. Over die verdeling kun je speculeren door vragen te stellen als: ben je als heteroman opeens gay als je seks hebt met een andere man? Of ben je dat al als mensen dat over je denken, als je bepaalde kleren draagt, naar bepaalde muziek luistert, op een bepaalde manier op straat staat? Ik hoop te laten zien dat die grens tussen hetero en queer dun, vaag en bovendien gefingeerd is.

Zijn er tot slot nog andere kunstenaars en schrijvers die je voor en tijdens het schrijven hebben geïnspireerd?

Tijdens het schrijven van dit boek voelde ik me eigenlijk vooral gesteund door muziek, meer dan door andere literatuur. Ik was specifiek op zoek naar een soort queer sensibility, dat ik niet direct terugvond in de queer boeken die ik ken, van bijvoorbeeld Baldwin, Isherwood of recenter Cunningham. De sfeer die ik wilde neerzetten moest wat donkerder zijn, en toch ook strijdvaardig. Dat is wat Davids persoonlijkheid voor mij kenmerkt en dat gevoel vond ik bijvoorbeeld wel terug in de muziek van Rufus Wainwright, Anthony and the Johnsons, Patrick Wolf en Sufjan Stevens.

Man maakt stuk verschijnt op 26 april

Eerst was er het geluid. Toen volgden de sporen: lege Capri-Sunverpakkingen, de huls van een voorgedraaide joint, een gebroken bloempot. 'Man maakt stuk' is een genadeloze ontleding van de man in al zijn hoedanigheden. Grappig en wraakzuchtig, obsessief en subversief.

Meer over 'Man maakt stuk'